NJ 1982, 65
HR, 19-12-1980, nr. 11608
HR 19-12-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AB8542, m.nt. E.A.A. Luijten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 december 1980
- Magistraten
Ras, Drion, Snijders, Royer, Martens, Ten Kate
- Zaaknummer
11608
- Noot
E.A.A. Luijten
- LJN
AB8542
- JCDI
JCDI:ADS156107:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1980:AB8542, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑12‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AB8542, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑1980
- Wetingang
Rv (oud) art. 424
Essentie
Vraag of in een procedure na verwijzing door een casserend arrest van de HR plaats is voor het stellen van een nieuw feit.
Samenvatting
Bij het tussen pp. gewezen arrest HR 3 nov. 1978, NJ 1979, 121, heeft de HR geoordeeld dat het samenleven van een gescheiden echtgenote in een lesbische relatie op zich geen grond is om een vordering tot betaling van een bijdrage in levensonderhoud af te wijzen. Daarbij overwoog de HR, dat dit feit wel van belang kan zijn, indien zich bijkomende omstandigheden voordoen, zoals dat bedoeld samenleven een grievend karakter heeft jegens de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.