NJ 1981, 454
HR, 12-12-1980, nr. 5427
HR 12-12-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AG4122, m.nt. J.C. Schultsz
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 december 1980
- Magistraten
Ras, Snijders, Haardt, Royer, De Groot
- Zaaknummer
5427
- Noot
J.C. Schultsz
- LJN
AG4122
- JCDI
JCDI:ADS114127:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1980:AG4122, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑12‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AG4122, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑12‑1980
- Wetingang
BW art. 1:295; Rv (oud) art. 908b; Haags Kinderbeschermingsverdrag 1961 art. 1; Haags Kinderbeschermingsverdrag 1961 art. 7
Essentie
Internationaal privaatrecht. Erkenning en wijziging van buitenlandse gezagsvoorziening over een minderjarige.
Samenvatting
HR: Aan het Haags Kinderbeschermingsverdrag, dat op het onderhavige geval niet rechtstreeks toepasselijk is, kan voor gevallen als het onderhavige dit gezichtspunt worden ontleend, dat als de buitenlandse rechter geacht kan worden ter zake van de gezagsvoorziening rechtsmacht te hebben, de enkele omstandigheid dat hij daarbij niet het Nederlandse recht heeft toegepast, aan de erkenning van de gezagsvoorziening hier te lande — anders dan de HR in enkele beslissingen in de jaren vijftig oordeelde — niet in de weg staat.
Adv.-Gen.: 1. Niet de Ktr. maar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.