NJ 1982, 200
HR, 05-12-1980, nr. 11542
HR 05-12-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AG4116, m.nt. C.J.H. Brunner, E.A. Alkema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 december 1980
- Magistraten
Ras, Drion, Royer, Martens, De Groot, Berger
- Zaaknummer
11542
- Noot
C.J.H. Brunner, E.A. Alkema
- LJN
AG4116
- JCDI
JCDI:ADS156084:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1980:AG4116, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑12‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AG4116, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑1980
- Wetingang
BW art. 1952; BW art. 1953; BW art. 1954; BW art. 1955; BW art. 1956; BW art. 1957; BW art. 1958; BW art. 1959; Rv (oud) art. 59 aanhef onder 3°
Essentie
1. Rechterlijke toetsing als bedoeld in HR 5 dec. 1980, nr 199 hieraan voorafgaand, aan goede trouw.
2. ‘Voldoende representatieve’ organisatie van beroepsgenoten als bedoeld in art. 2 lid 1 Wet betreffende verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling.
3. ‘Andere heffingen’ in de zin van art. 1 lid 2 eerste Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
4. Weigering tot het in het geding brengen van stukken; vermoeden.
Samenvatting
1. Het besluit van het bestuur van het Pensioenfonds, om afwijzend te beschikken op Kools’ beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.