NJ 1981, 547
HR, 18-06-1980, nr. 2: Bureau Beckers
HR 18-06-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AC6924, m.nt. J.M.M. Maeijer (Bureau Beckers)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 juni 1980
- Magistraten
Vroom, Wiersma, Antal, Stol, Jansen
- Zaaknummer
2
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
AC6924
- Roepnaam
Bureau Beckers
- JCDI
JCDI:ADS156982:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1980:AC6924, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑06‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AC6924, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑06‑1980
- Wetingang
BW art. 2:350 lid 1; BW art. 2:349 lid 1
Essentie
1. Vaststelling niet-verwijtbaarheid aan verzoeker nodig om enqueteverzoek toe te wijzen?
2. Verband tussen ‘bezwaren’ in art. 349 lid 1 en ‘gegronde redenen’ in art. 350 lid 1. Boek 2 BW.
Samenvatting
1. In art. 350 lid 1 Boek 2 BW ligt niet de beperking besloten: dat de Ondernemingskamer slechts dan voldoende grond om aan een juist beleid te twijfelen en een onderzoek te gelasten, aanwezig mag achten, indien zij vooraf heeft vastgesteld dat de door haar aan haar beslissing ten grondslag gelegde omstandigheden niet aan de schuld of aan het toedoen van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.