NJ 1981, 416
HR, 25-04-1980, nr. 11605
HR 25-04-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AC6874, m.nt. M. van der Scheltema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 april 1980
- Magistraten
Ras, Drion, Snijders, Royer, De Groot
- Zaaknummer
11605
- Noot
M. van der Scheltema
- LJN
AC6874
- JCDI
JCDI:ADS62641:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vreemdelingenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1980:AC6874, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑04‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AC6874, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑04‑1980
- Wetingang
BW art. 1401; Rv (oud) art. 59 aanhef onder 3°; Vw art. 31 lid 2; Vw art. 38 lid 2
Essentie
1. Geval als voorzien bij art. 38 lid 2 onder a Vreemdelingenwet. Uitzetting van vreemdeling die onrechtmatige overheidsdaad kan opleveren. Maatstaf waarvan het Hof is uitgegaan, aannemend dat de staatssecretaris in redelijkheid heeft kunnen komen tot het aangekondigde voornemen tot uitzetting van de vreemdeling (Sogut, eiser tot cassatie).
2. Motiveringsgebrek (onvoldoende inzicht in door rechter gevolgde gedachtengang).
3. Advies van de Adviescommissie voor vreemdelingenzaken niet met de nodige zorgvuldigheid tot stand gekomen?
Samenvatting
1. Ten aanzien van eiser tot cassatie, Sogut, doet zich voor het geval van art. 38 tweede lid onder a ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.