NJ 1980, 327
HR, 15-02-1980
HR 15-02-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AC4005, m.nt. G.J. Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 februari 1980
- Magistraten
Ras, Drion, Snijders, Haardt, Royer
- Zaaknummer
[1980-02-15/SES_27083]
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AC4005
- JCDI
JCDI:ADS156032:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vervoersrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1980:AC4005, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑02‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AC4005, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑1980
- Wetingang
BW art. 1314; BW art. 1315; BW art. 1316; BW art. 1317; BW art. 1318; BW art. 1319; BW art. 1320; BW art. 1321; BW art. 1322; BW art. 1323; BW art. 1324; BW art. 1325; BW art. 1326; BW art. 1327; BW art. 1328; BW art. 1329; BW art. 1330; BW art. 1331; BW art. 1374
Essentie
Transportvoorwaarde naar luid waarvan ‘Empfanger, Auftraggeber und Absender’ jegens rederij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor vracht en verdere vervoerkosten.
Vraag of de ‘Empfanger’ en de ‘Auftraggeber’ van deze aansprakelijkheid zijn bevrijd, nu de vervoerster zich ter verkrijging van betaling aanvankelijk uitsluitend heeft gewend tot degene die haar het vervoer had opgedragen.
Vraag of te goeder trouw aanspraak op deze voorwaarde kan worden gemaakt.
Samenvatting
Het vervoer van 1400 zakken polyvinylchloride van Rotterdam naar Mannheim is door de importeur opgedragen aan verweerster (Atlas), die hiertoe de Scheepvaartmaatschappij D. Stasse NV heeft ingeschakeld. Stasse heeft daarop een vervoerovereenkomst gesloten met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.