NJ 1980, 289
HR, 30-11-1979, nr. 11483
HR 30-11-1979, ECLI:NL:PHR:1979:AC6749, m.nt. P.A. Stein
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 november 1979
- Magistraten
Dubbink, Snijders, Royer, Martens, De Groot
- Zaaknummer
11483
- Noot
P.A. Stein
- LJN
AC6749
- JCDI
JCDI:ADS156027:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1979:AC6749, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑11‑1979
ECLI:NL:PHR:1979:AC6749, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑1979
- Wetingang
BW art. 1638c; BW art. 1639r lid 5; BW art. 1888 lid 2
Essentie
1. Kan de rechter een dading ambtshalve nietig achten op grond dat niet is voldaan aan het vereiste, dat zij schriftelijk moet worden aangegaan?
2. Vermindering van loonderving voorzien bij art. 1638d BW. Aftrek welke door de wetgever niet is gewild. Geval waarop art. 1639r lid 5 BW van overeenkomstige toepassing is.
Samenvatting
1. Het voorschrift van art. 1888 lid 2 BW (bepalend dat een dading slechts geldig is, indien zij schriftelijk is aangegaan) strekt ter bescherming van pp. tegen eigen onberadenheid bij het doen van afstand van de bevoegdheid een geschil aan de rechter voor te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.