NJ 1979, 598
HR, 18-05-1979, nr. 5182
HR 18-05-1979, ECLI:NL:PHR:1979:AC6582
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 mei 1979
- Magistraten
Dubbink, Ras, Minkenhof, Drion, De Groot
- Zaaknummer
5182
- LJN
AC6582
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1979:AC6582, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑05‑1979
ECLI:NL:PHR:1979:AC6582, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑05‑1979
- Wetingang
Essentie
Vraag of de rechter ambtshalve art. 157, lid 3, Boek 1 BW kan toepassen.
Samenvatting
Het Hof heeft vastgesteld dat de man in zijn verzoekschriften aan de Rb. en aan het Hof niet verzocht te bepalen, dat hij de ten behoeve van de vrouw te betalen bijdrage in het levensonderhoud van de vrouw nog slechts gedurende een bepaalde periode verschuldigd zal zijn. Deze vaststelling, waaruit volgt dat het Hof in het verzoek van de man tot bepaling van de uitkering op nihil m.i.v. 1 jan. 1978 niet besloten heeft geacht een minder vergaand verzoek tot bepaling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.