NJ 1979, 581
HR, 02-02-1979, nr. 11360
HR 02-02-1979, ECLI:NL:PHR:1979:AB7312, m.nt. C.J.H. Brunner
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 februari 1979
- Magistraten
Minkenhof, Drion, Snijders, Haardt, De Groot
- Zaaknummer
11360
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
AB7312
- JCDI
JCDI:ADS155915:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1979:AB7312, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑02‑1979
ECLI:NL:PHR:1979:AB7312, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑02‑1979
- Wetingang
BW art. 1493; BW art. 1494; BW art. 1495; BW art. 1496; BW art. 1497; BW art. 1498; BW art. 1499; BW art. 1500; BW art. 1501; BW art. 1502; BW art. 1503; BW art. 1504; BW art. 1505; BW art. 1506; BW art. 1507; BW art. 1508; Rv (oud) art. 199; RO art. 2
Essentie
1. Verkoop en eigendomsoverdracht van een gebouwencomplex onder beding dat baten en lasten van het verkochte, waaronder precariorechten voor in onbruik zijnde leidingen, vanaf zekere datum voor rekening van koper zijn. Geschil over betekenis van dit beding en over de vraag of de koper jegens de gemeente mede-aansprakelijk is geworden voor de voldoening van het precariorecht.
2. Geschil dat niet aan de burgerlijke rechter is onttrokken.
Samenvatting
1. Voor beantwoording van de vraag of verweerster de precariorechten van eiseres tot cassatie heeft overgenomen, heeft laatstgenoemde aangevoerd, dat het opnemen der precariorechten in de voorlopige koopakte en de akte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.