NJ 1979, 104
HR, 28-04-1978, nr. 11216
HR 28-04-1978, ECLI:NL:PHR:1978:AC6251
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 april 1978
- Magistraten
Ras, Van Dijk, Drion, Koster, Haardt
- Zaaknummer
11216
- LJN
AC6251
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1978:AC6251, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑04‑1978
ECLI:NL:PHR:1978:AC6251, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑04‑1978
- Wetingang
BW art. 1:394; Verdrag alimentatieverplichtingen jegens kinderen 1956 art. 1
Essentie
Vraag of het naar Nederlands recht geoorloofd is om in een vaderschapsprocedure door het bevelen van bloedonderzoek te komen tot een oordeel over het beweerde vaderschap van de gedaagde.
Samenvatting
Het Hof is uitgegaan van de opvatting dat noch enige bepaling van het Oostenrijkse recht, noch enig beginsel van Nederlands procesrecht zich er tegen verzet dat de rechter in een zaak als de onderhavige (vaderschapsactie ten behoeve van een Oostenrijks kind) de medewerking van de als vader gedaagde partij aan een bloedproef inroept met de mogelijkheid aan de weigering van die partij om aan deze last te voldoen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.