NJ 1978, 255
HR, 25-11-1977, nr. 11196: Plassenschap Loosdrecht
HR 25-11-1977, ECLI:NL:PHR:1977:AC6111, m.nt. M. Scheltema (Plassenschap Loosdrecht,Plassenschap Loosdrecht/Nagtegaal en Bavelaar,Nagtegaal en Bavelaar/Plassenschap Loosdrecht)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 november 1977
- Magistraten
Dubbink, Minkenhof, Snijders, Koster, Haardt
- Zaaknummer
11196
- Noot
M. Scheltema
- LJN
AC6111
- Roepnaam
Plassenschap Loosdrecht
Plassenschap Loosdrecht/Nagtegaal en Bavelaar
Nagtegaal en Bavelaar/Plassenschap Loosdrecht
- JCDI
JCDI:ADS126910:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1977:AC6111, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑11‑1977
ECLI:NL:PHR:1977:AC6111, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑1977
- Wetingang
Rv (oud) art. 289; RVS art. 80
Essentie
Ontvankelijkheid van tegen Plassenschap Loosdrecht e.o. in kort geding aangelegde vordering strekkende tot het treffen van een voorziening, bestaande in een bevel aan het Plassenschap zich te onthouden van een handeling (afbreken van tenten).
Samenvatting
Het Hof heeft ten onrechte de oorspronkelijke eisers in hun vordering ontvankelijk geoordeeld: art. 80 Wet op de Raad van State strekt ertoe aan de Voorzitter van de Afdeling Rechtspraak de bevoegdheid te geven tot het treffen van passende voorlopige voorzieningen onder meer in die gevallen waarin zulks te voren door de President van de Rechtbank in kort geding placht te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.