NJ 1978, 212
HR, 01-07-1977, nr. 11140: Tenthuisje
HR 01-07-1977, ECLI:NL:PHR:1977:AB7044, m.nt. W.H. Heemskerk (Tenthuisje)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 juli 1977
- Magistraten
Dubbink, Van Dijk, Drion, Koster, Haardt
- Zaaknummer
11140
- Noot
W.H. Heemskerk
- LJN
AB7044
- Roepnaam
Tenthuisje
- JCDI
JCDI:ADS141960:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1977:AB7044, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑07‑1977
ECLI:NL:PHR:1977:AB7044, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑07‑1977
- Wetingang
BW art. 590; BW art. 1902; BW art. 2014
Essentie
Revindicatie van ontvreemd of verloren goed krachtens art. 2014 lid 2 BW Vraag of eiser moet bewijzen dat hij eigenaar is, dan wel of de bewijslast van het tegendeel rust op de wederpartij.
Samenvatting
Degene die zijn macht over een roerende zaak heeft verloren op de wijze als bedoeld in art. 2014, tweede lid, BW kan deze gedurende drie jaren nadien als zijn eigendom opvorderen van degene in wiens handen hij de zaak vindt. Weliswaar komt hem deze vordering alleen toe, als hij ten tijde van voormeld verlies eigenaar van de zaak was, maar o.g.v. het bepaalde in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.