NJ 1978, 63
HR, 26-05-1977, nr. 4856
HR 26-05-1977, ECLI:NL:PHR:1977:AC5971, m.nt. G.J. Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 mei 1977
- Magistraten
Ras, Minkenhof, Snijders, Koster, Haardt
- Zaaknummer
4856
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AC5971
- JCDI
JCDI:ADS125051:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1977:AC5971, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑05‑1977
ECLI:NL:PHR:1977:AC5971, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑05‑1977
- Wetingang
BW art. 1623b; BW art. 1623d
Essentie
Betekenis van art. 1623b, vierde lid, eerste volzin, BW. Mag de rechter bij beoordeling van een verlengingsverzoek van de huurder mede rekening houden met de belangen die de verhuurder in een na de opzegging gewijzigde situatie heeft bij eigen bewoning van het verhuurde?
Samenvatting
De eerste zin van art. 1623b, vierde lid, BW, inhoudende dat opzegging door de verhuurder van een huurovereenkomst (als daar bedoeld) op straffe van nietigheid de gronden moet vermelden, die tot opzegging hebben geleid, heeft blijkens de wetsgeschiedenis de strekking de huurder in staat te stellen zich een oordeel te vormen over zijn proceskansen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.