NJ 1977, 618
HR, 23-12-1976
HR 23-12-1976, ECLI:NL:PHR:1976:AC5851
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 december 1976
- Magistraten
Dubbink, Ras, Minkenhof, Drion, Snijders
- Zaaknummer
[1976-12-23/NJ_56667]
- LJN
AC5851
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1976:AC5851, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑12‑1976
ECLI:NL:PHR:1976:AC5851, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑1976
- Wetingang
Essentie
Grond waarop inbewaringstelling van gefailleerde kon worden bevolen.
Samenvatting
Uit de tegenstelling tussen art. 87, eerste lid, Fw. (de Rechtbank ‘kan’) en art. 89 (het verzoek ‘moet’ toegestaan worden) volgt dat het kenmerkende van art. 89 niet is dat daarin de gronden voor inbewaringstelling van een gefailleerde limitatief worden opgesomd, maar dat in de daar genoemde gevallen het verzoek tot inbewaringstelling ‘moet’ worden toegestaan, terwijl uit art. 87, eerste lid, gelezen in verband met art. 89 Fw., volgt: a. dat ook nog in andere gevallen dan die van art. 89 voor inbewaringstelling plaats is, en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.