NJ 1977, 275
HR, 10-12-1976: Chelouche/Van Leer
HR 10-12-1976, ECLI:NL:PHR:1976:AE1063, m.nt. J.C. Schultsz (Chelouche/Van Leer)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 december 1976
- Magistraten
Dubbink, Van Der Linde, Minkenhof, Snijders, Haardt
- Zaaknummer
[1976-12-10/NJ_56324]
- Noot
J.C. Schultsz
- LJN
AE1063
- Roepnaam
Chelouche/Van Leer
- JCDI
JCDI:ADS142843:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Internationaal privaatrecht (V)
Goederenrecht / Gemeenschap
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1976:AE1063, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑12‑1976
ECLI:NL:PHR:1976:AE1063, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑12‑1976
- Wetingang
Wet ABart. 1; Wet ABart. 2; Wet ABart. 3; Wet ABart. 4; Wet ABart. 5; Wet ABart. 6; Wet ABart. 7; Wet ABart. 8; Wet ABart. 9; Wet ABart. 10; Wet ABart. 11; Wet ABart. 12; Wet ABart. 13; Wet ABart. 14; BW art. 1:93; BW art. 1:94; BW art. 1:95; BW art. 1:96; BW art. 1:97; BW art. 1:98; BW art. 1:99; BW art. 1:100; BW art. 1:101; BW art. 1:102; BW art. 1:103; BW art. 1:104; BW art. 1:105; BW art. 1:106; BW art. 1:107; BW art. 1:108; BW art. 1:109; BW art. 1:110; BW art. 1:111; BW art. 1:112; BW art. 1:113; BW art. 1:114; BW art. 1:115; BW art. 1:116; BW art. 1:117; BW art. 1:118; BW art. 1:119; BW art. 1:120; BW art. 1:121; BW art. 1:122; BW art. 1:123; BW art. 1:124; BW art. 1:125; BW art. 1:126; BW art. 1:127; BW art. 1:128; BW art. 1:129; BW art. 1:130; BW art. 1:131; BW art. 1:132; BW art. 1:133; BW art. 1:134; BW art. 1:135; BW art. 1:136; BW art. 1:137; BW art. 1:138; BW art. 1:139; BW art. 1:140; BW art. 1:141; BW art. 1:142; BW art. 1:143; BW art. 1:144; BW art. 1:145; BW art. 1:146; BW art. 1:147; BW art. 1:148
Essentie
Geval waarin partijen, echtelieden, niet hebben aangewezen aan welk recht hun vermogensrechtelijke verhouding onderworpen zou zijn. Geding waarin de rechter heeft te beslissen welke wet het huwelijksgoederenrecht van partijen beheerst en met name, gezien het petitum van de inleidende dagvaarding, of dit het Nederlandse recht is.
Samenvatting
Vrouw, eiseres tot cassatie, op 26 maart 1960 te Londen gehuwd met verweerder in cassatie, had toen de Franse nationaliteit en heeft deze behouden. De man, verweerder, heeft sedert 1949 de Amerikaanse nationaliteit. Man en vrouw hebben sinds 1962 onafgebroken in Nederland gewoond en wonen thans gescheiden. Partijen hebben de gevolgen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.