NJ 1977, 249
HR, 29-10-1976
HR 29-10-1976, ECLI:NL:PHR:1976:AC5799
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 oktober 1976
- Magistraten
Dubbink, Ras, Minkenhof, Snijders, Koster
- Zaaknummer
[1976-10-29/NJ_56299]
- LJN
AC5799
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1976:AC5799, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑10‑1976
ECLI:NL:PHR:1976:AC5799, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑10‑1976
- Wetingang
Rv (oud) art. 398
Essentie
Ontvankelijkheid van cassatieberoep. Partij bij het bestreden arrest?
Samenvatting
Eiseres tot cassatie (‘Hoenson’) dagvaardt de verweerster in cassatie onder 1 (‘Gavazzi’) tot schadevergoeding, stellende dat Gavazzi jegens haar een onrechtmatige daad heeft begaan. Gavazzi, de vordering bestrijdend, roept de verweerders onder 2, 3 en 4 (‘partijen SIT’) in vrijwaring. Partijen SIT voeren verweer in de vrijwaringszaak. Rechtbank beveelt bij tussenvonnis van 17 januari 1973 in de hoofdzaak deskundigenonderzoek en houdt in de vrijwaringszaak de beslissing aan. Gavazzi komt in beroep van het vonnis in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak. Bij arrest van 20 maart 1975 in de hoofdzaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.