NJ 1977, 57
HR, 15-10-1976
HR 15-10-1976, ECLI:NL:HR:1976:AB4948, m.nt. W.H. Heemskerk
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 oktober 1976
- Magistraten
Dubbink, Van Der Linde, Minkenhof, Snijders, Haardt
- Zaaknummer
[1976-10-15/NJ_56107]
- Noot
W.H. Heemskerk
- LJN
AB4948
- JCDI
JCDI:ADS142831:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1976:AB4948, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑10‑1976
- Wetingang
Rv (oud) art. 332
Essentie
Bepaling van de omvang van het hoger beroep.
Samenvatting
Art. 343 Rv. bepaalt dat het hoger beroep wordt aangevangen door een dagvaarding in dezelfde vorm en met dezelfde vereisten als die in de eerste aanleg met dien verstande dat de middelen waarop het hoger beroep is gegrond niet in de dagvaarding behoeven te worden uitgedrukt. Art. 5 Rv. bepaalt voor de dagvaarding in eerste aanleg dat de dagvaarding moet inhouden het onderwerp van de eis met een duidelijke en bepaalde conclusie.
In onderlinge samenhang brengen de artt. 343 en 5 mede dat de omvang ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.