HR, 11-06-1976, nr. 11026

Documentgegevens:

HR 11-06-1976, ECLI:NL:PHR:1976:AB4482, m.nt. W.F. Prins

Instantie: Hoge Raad
Datum: 11 juni 1976
Magistraten: Wiarda, Ras, Minkenhof, Drion, Haardt
Zaaknummer: 11026
Noot: W.F. Prins
LJN: AB4482
JCDI: JCDI:ADS141940:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Volkshuisvesting en wonen / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Bouwrecht / Woonrecht
Bestuursprocesrecht (V)
Volkshuisvesting en wonen / Woningbouw
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1976:AB4482, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑1976
ECLI:NL:PHR:1976:AB4482, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑06‑1976
Wetingang: Woningwet art. 50; Woningwet art. 51; Rv (oud) art. 289; Rv (oud) art. 290; Rv (oud) art. 291; Rv (oud) art. 292; Rv (oud) art. 293; Rv (oud) art. 294; Rv (oud) art. 295; Rv (oud) art. 296; Rv (oud) art. 297

Essentie

1. Vraag of de in art. 51, eerste lid, Woningwet geopende mogelijkheid van administratief beroep op de gemeenteraad in de weg staat aan het verkrijgen van een voorlopige voorziening in kort geding.

2. Aanhouding van de beslissing van Burgemeester en Wethouders op een aanvrage om bouwvergunning na een voorbereidingsbesluit van de gemeenteraad.

Vraag of/ voorbereidingsbesluit met misbruik van bevoegdheid is tot stand gekomen.

Samenvatting

De verweerder, B., heeft, tezamen met twee anderen, zijn broers, een terrein van de gemeente gekocht, waarop volgens het geldende uitbreidingsplan de bouw van winkels was toegestaan. Ter verkrijging van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.