NJ 1977, 417
HR, 04-06-1976, nr. 10974
HR 04-06-1976, ECLI:NL:PHR:1976:AB6938, m.nt. W.H. Heemskerk
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 juni 1976
- Magistraten
Wiarda, Ras, Van Der Linde, Minkenhof, Haardt
- Zaaknummer
10974
- Noot
W.H. Heemskerk
- LJN
AB6938
- JCDI
JCDI:ADS156056:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1976:AB6938, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑06‑1976
ECLI:NL:PHR:1976:AB6938, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑1976
- Wetingang
BW art. 1904; BW art. 1905; BW art. 1906; BW art. 1907; BW art. 1908; BW art. 1909; BW art. 1910; BW art. 1911; BW art. 1912; BW art. 1913; BW art. 1914; BW art. 1915; BW art. 1916; BW art. 1917; BW art. 1918; BW art. 1919; BW art. 1920; BW art. 1921; BW art. 1922; BW art. 1923; BW art. 1924; BW art. 1925; BW art. 1926; BW art. 1927; BW art. 1928; BW art. 1929; BW art. 1930; BW art. 1931; Rv (oud) art. 250; Rv (oud) art. 251; Rv (oud) art. 252; Rv (oud) art. 253
Essentie
Beoordeling van bewijskracht van schriftelijke opgaven.
Bewijs in conventie en in reconventie.
Samenvatting
De vraag of, en, zo ja, in hoeverre bewijskracht toekomt aan schriftelijke opgaven, door eiseres tot cassatie ten processe overgelegd als bewijs voor haar stelling, staat ter beoordeling van de rechter die over de feiten oordeelt.
Het Hof heeft geen rechtsregel geschonden door, zonder verdere bewijsopdracht, aan de hand van het in conventie verkregen bewijsmateriaal te onderzoeken of de stelling van eiser in reconventie bewezen was. De klacht, dat het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.