NJ 1977, 98
HR, 04-06-1976, nr. 10891
HR 04-06-1976, ECLI:NL:PHR:1976:AB6935
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 juni 1976
- Magistraten
Dubbink, Ras, Van Der Linde, Drion, Koster
- Zaaknummer
10891
- LJN
AB6935
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1976:AB6935, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑06‑1976
ECLI:NL:PHR:1976:AB6935, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑1976
- Wetingang
BW art. 1639s; Rv (oud) art. 727
Essentie
Verkeerde rechtsopvatting van art. 1639s BW Subjectief recht dat kan gelden als een schuldvordering in de zin van art. 727 Rv.
Samenvatting
Art. 1639s BW verleent aan hem die schade lijdt doordat zijn wederpartij de dienstbetrekking kennelijk onredelijk heeft doen eindigen, niet slechts de processuele bevoegdheid om de rechter te verzoeken hem een schadevergoeding toe te kennen, maar verschaft hem een recht op schadevergoeding jegens de wederpartij. Indien de wederpartij betwist dat hij de dienstbetrekking kennelijk onredelijk heeft doen eindigen of dat de ander schade heeft geleden of zal lijden, zal daaromtrent moeten worden beslist door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.