NJ 1977, 194
HR, 09-04-1976
HR 09-04-1976, ECLI:NL:PHR:1976:AB4247, m.nt. W.H. Heemskerk
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 april 1976
- Magistraten
Wiarda, Ras, Van Der Linde, Koster, Haardt
- Zaaknummer
[1976-04-09/NJ_56244]
- Noot
W.H. Heemskerk
- LJN
AB4247
- JCDI
JCDI:ADS142816:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1976:AB4247, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑04‑1976
ECLI:NL:PHR:1976:AB4247, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑1976
- Wetingang
Rv (oud) art. 342
Essentie
Hoger beroep van een vonnis dat niet bij voorraad kan worden ten uitvoer gelegd binnen de eerste acht dagen na de dag van de uitspraak. Vraag of de appellant ambtshalve op grond van art. 342 Rv. niet — ontvankelijk in zijn hoger beroep moet worden verklaard, indien de geintimeerde zich daarop niet heeft beroepen.
Samenvatting
Het aangevoerde cassatiemiddel gaat er van uit dat art. 342 Rv. de appelrechter verplicht ambtshalve de appellant niet ontvankelijk te verklaren in diens hoger beroep tegen een vonnis dat niet bij voorraad ten uitvoer gelegd kan worden, indien dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.