NJ 1977, 612
HR, 26-03-1976: Coöperatieve vereniging Stichtse Olie- en Lijnkoeken Fabrieken G.A.
HR 26-03-1976, ECLI:NL:PHR:1976:AD8095, m.nt. B. Wachter (Coöperatieve vereniging Stichtse Olie- en Lijnkoeken Fabrieken G.A.)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 maart 1976
- Magistraten
Wiarda, Ras, Minkenhof, Drion, Koster
- Zaaknummer
[1976-03-26/NJ_56661]
- Noot
B. Wachter
- LJN
AD8095
- Roepnaam
Coöperatieve vereniging Stichtse Olie- en Lijnkoeken Fabrieken G.A.
- JCDI
JCDI:ADS142815:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht (V)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1976:AD8095, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑03‑1976
ECLI:NL:PHR:1976:AD8095, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑03‑1976
- Wetingang
Fw art. 53; Wet CV 1925 art. 17
Essentie
Beroep van schuldenaar van een gefailleerde op compensatie met een schuldvordering op de gefailleerde, voortvloeiend uit handelingen welke voor de faillietverklaring met deze zijn verricht.
Aansprakelijkheid van leden en oud-leden van een cooperatieve vereniging tot aanzuivering van een tekort. Vraag of een lid, door vereffenaars ener cooperatieve vereniging tot nakoming van hun verplichting tot aanzuivering aangesproken, zich daartegen kan beroepen op een tegenvordering op de vereniging.
Samenvatting
1. Door in art. 53 Fw. de formule ‘voortvloeien uit handelingen voor de faillietverklaring verricht’ te gebruiken, heeft de wetgever de mogelijkheid van beroep op compensatie geopend voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.