NJ 1977, 106
HR, 30-01-1976
HR 30-01-1976, ECLI:NL:PHR:1976:AB6405, m.nt. W.H. Heemskerk
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 januari 1976
- Magistraten
Wiarda, Van Der Linde, Minkenhof, Drion, Koster
- Zaaknummer
[1976-01-30/NJ_56156]
- Noot
W.H. Heemskerk
- LJN
AB6405
- JCDI
JCDI:ADS146760:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1976:AB6405, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑01‑1976
ECLI:NL:PHR:1976:AB6405, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑01‑1976
- Wetingang
RO art. 54; Rv (oud) art. 157a
Essentie
1. Bevoegdheid van Rechtbank als appelrechter.
2. Schending van art. 157a Rv.?
Samenvatting
1. Wanneer een geding in verband met het onderwerp van het geschil aanhangig is gemaakt bij de Kantonrechter worden de grenzen, waarbinnen het geding gevoerd kan worden en waarbinnen de rechter bevoegd is over het geschil te beslissen, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep bepaald door het wettelijk omschreven onderwerp van het geschil waaraan de wetgever de bevoegdheid van de Kantonrechter heeft verbonden. Hieruit volgt dat noch door de toepassing van art. 48 Rv. noch ook door een verandering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.