NJ 1977, 123
HR, 23-01-1976
HR 23-01-1976, ECLI:NL:PHR:1976:AD7917
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 januari 1976
- Magistraten
Wiarda, Van Der Linde, Minkenhof, Drion, Koster
- Zaaknummer
[1976-01-23/NJ_56173]
- LJN
AD7917
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1976:AD7917, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑01‑1976
ECLI:NL:PHR:1976:AD7917, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑1976
- Wetingang
Essentie
1. Beslissing in zaak waarvan de Belgische rechter zich had behoren te onthouden.
2. Beslissing van Belgische rechter ten aanzien waarvan de Nederlandse rechter niet gehouden is het gezag te erkennen.
Samenvatting
1. Krachtens het voorschrift van art. 6 Nederlands-Belgisch Executieverdrag had de Belgische rechter (de Rechtbank van Koophandel te Turnhout), nadat verweerster in cassatie (‘Madro’) dit had verzocht, het voor hem aanhangig gemaakte geschil moeten verwijzen naar de Rechtbank te Breda en zich van iedere verdere beslissing in de zaak dienen te onthouden.
2. De Nederlandse rechter is niet krachtens art. 11 Verdrag gehouden het gezag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.