NJ 1976, 578
HR, 16-01-1976, nr. 10979
HR 16-01-1976, ECLI:NL:PHR:1976:AC5675
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 januari 1976
- Magistraten
Wiarda, Ras, Van Der Linde, Minkenhof, Drion
- Zaaknummer
10979
- LJN
AC5675
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1976:AC5675, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑01‑1976
ECLI:NL:PHR:1976:AC5675, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑1976
- Wetingang
Rv (Ned. Antillen) art. 277
Essentie
Vraag of het Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen het recht (artt. 277 e.v. Ant.Rv.) heeft geschonden doordat het Hof, alvorens vonnis te wijzen, in strijd met art. 281, eiser tot cassatie niet in de gelegenheid heeft gesteld de zaak ter terechtzitting van het Hof door een advocaat te doen bepleiten.
Samenvatting
Omstandigheden waaronder het Hof niet kan worden verweten dat het aan S., eiser tot cassatie, een hem rechtens gegeven mogelijkheid tot het doen bepleiten van zijn zaak heeft onthouden.
Partij(en)
A.J. Samander, wonende op Curacao, eiser tot cassatie van een tussen pp. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.