NJ 1976, 273
HR, 02-05-1975
HR 02-05-1975, ECLI:NL:PHR:1975:AB6877, m.nt. E.A.A. Luijten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 mei 1975
- Magistraten
Wiarda, Ras, Van Der Linde, Minkenhof, Drion
- Zaaknummer
[1975-05-02/NJ_55743]
- Noot
E.A.A. Luijten
- LJN
AB6877
- JCDI
JCDI:ADS142768:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1975:AB6877, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑05‑1975
ECLI:NL:PHR:1975:AB6877, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑05‑1975
- Wetingang
BW art. 1:150; BW art. 1:151; BW art. 1:152; BW art. 1:153; BW art. 1:154; BW art. 1:155; BW art. 1:156; BW art. 1:157; BW art. 1:158; BW art. 1:159; BW art. 1:160; BW art. 1:161; BW art. 1:162; BW art. 1:163; BW art. 1:164; BW art. 1:165; BW art. 1:166; BW art. 1:167
Essentie
Echtscheiding. Vraag of na echtscheiding het samenwonen in de vroegere echtelijke woning, waarvan de eigendom of het huurgenot in een nog niet gescheiden huwelijksgemeenschap valt, door de voormalige echtgenoten over en weer moet worden geduld.
Samenvatting
De vraag of na echtscheiding het samenwonen in de vroegere echtelijke woning, waarvan de eigendom of het huurgenot in een nog niet gescheiden huwelijksgemeenschap valt, door de voormalige echtgenoten over en weer moet worden geduld, hangt telkens af van de omstandigheden van het geval, waarvan de waardering in beginsel is overgelaten aan de rechter die over de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.