NJ 1975, 449
HR, 25-04-1975
HR 25-04-1975, ECLI:NL:PHR:1975:AB5933, m.nt. W.L. Haardt
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 april 1975
- Magistraten
Wiarda, Hollander, Ras, Van Der Linde, Minkenhof
- Zaaknummer
[1975-04-25/NJ_55404]
- Noot
W.L. Haardt
- LJN
AB5933
- JCDI
JCDI:ADS63462:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1975:AB5933, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑04‑1975
ECLI:NL:PHR:1975:AB5933, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 25‑04‑1975
- Wetingang
Rv (oud) art. 266 lid 1
Essentie
Uitlegging van art. 266, lid 1, Rv., bepalende dat bij ontkentenis van gerechtelijke verrichtingen ‘het geding in de hoofdzaak wordt geschorst tot aan het vonnis van ontkentenis, op straffe van nietigheid.’
Samenvatting
De Rechtbank heeft ter rolle uitspraak gedaan in het in de onderhavige zaak gerezen incident betreffende de vraag of het geding was geschorst doordat de eiseres tot cassatie bij de Rechtbank tevens aanhangig had gemaakt een door haar als ontkentenis van gerechtelijke verrichtingen aangeduide vordering tegen haar gemachtigde in de eerste instantie en tegen verweerder in cassatie. Een redelijke uitlegging van art. 266, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.