NJ 1975, 373
HR, 11-04-1975
HR 11-04-1975, ECLI:NL:PHR:1975:AC1932, m.nt. G.J. Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 april 1975
- Magistraten
Wiarda, Ras, Minkenhof, Drion, Koster
- Zaaknummer
[1975-04-11/VR_11652]
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AC1932
- JCDI
JCDI:ADS142750:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1975:AC1932, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑04‑1975
ECLI:NL:PHR:1975:AC1932, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑1975
- Wetingang
BW art. 1407
Essentie
Aansprakelijkheid van autobestuurster ter zake van letsel toegebracht aan inzittend familielid, dat kosteloos voor afleiding en ontspanning meerijdt.
Samenvatting
Wanneer de bestuurster van een auto door een verkeersfout een verkeersongeluk veroorzaakt, waardoor letsel wordt toegebracht aan een inzittende van de auto, is de bestuurster in beginsel op grond van art. 1401 BW jegens de inzittende aansprakelijk op de voet van art. 1407. Er bestaat geen reden hierop een uitzondering te maken voor het geval dat de inzittende de moeder van de bestuurster was, die met haar in gezinsverband leefde en die door de bestuurster kosteloos voor afleiding en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.