NJ 1976, 146
HR, 31-01-1975
HR 31-01-1975, ECLI:NL:PHR:1975:AB6514
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 januari 1975
- Magistraten
Wiarda, Hollander, Minkenhof, Drion, Koster
- Zaaknummer
[1975-01-31/NJ_55616]
- LJN
AB6514
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1975:AB6514, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑01‑1975
ECLI:NL:PHR:1975:AB6514, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑1975
- Wetingang
Rv (oud) art. 322; Rv (oud) art. 323; Rv (oud) art. 324; Rv (oud) art. 325; Rv (oud) art. 326; Rv (oud) art. 327; Rv (oud) art. 328
Essentie
Door appelrechter in kort geding ontleend bewijs aan bescheiden welke door het Openbaar Ministerie, concluderend op verzoek van de appelrechter, bij zijn conclusie zijn overgelegd.
Samenvatting
rechtsprekende in kort regels omtrent bewijs, heeft het Hof geen rechtsregel geschonden door op de wijze, genoemd in de eerste overweging met betrekking tot het aangevoerde middel (zie het arrest, Red.), bewijs te ontlenen aan de door het Openbaar Ministerie overgelegde bescheiden, afkomstig van de Gemeentepolitie te Arnhem en betrekking hebbend op een mogelijkerwijs door S, oorspronkelijk gedaagde, begaan strafbaar feit. De regels van een goede procesvoering brengen weliswaar mede dat ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.