NJ 1976, 330
HR, 03-01-1975
HR 03-01-1975, ECLI:NL:PHR:1975:AB6890, m.nt. E.A.A. Luijten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 januari 1975
- Magistraten
Wiarda, Ras, Van Der Linde, Drion, Koster
- Zaaknummer
[1975-01-03/NJ_55800]
- Noot
E.A.A. Luijten
- LJN
AB6890
- JCDI
JCDI:ADS142792:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Personenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1975:AB6890, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑01‑1975
ECLI:NL:PHR:1975:AB6890, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑01‑1975
- Wetingang
BW art. 1:17; BW art. 1:29; BW art. 1:157
Essentie
Alimentatie van gescheiden echtgenote.
Samenvatting
De stelling dat, indien in de echtscheidingsprocedure is gebleken van een in ernstige mate laakbaar levensgedrag van de vrouw, terwijl van laakbare gedragingen van de man jegens de vrouw ten processe niets is gebleken, de vrouw geen aanspraak kan maken op een alimentatie van de man, kan in haar algemeenheid niet worden aanvaard.*
* Zie de noot onder het arrest. (Red.)
Partij(en)
X, te Amsterdam, eiser tot cassatie van een interlocutoir arrest van 2 jan. 1974 en een eindarrest van 24 april 1974, beide tussen pp. gewezen door het Hof te Amsterdam, adv. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.