NJ 1975, 268
HR, 08-11-1974
HR 08-11-1974, ECLI:NL:PHR:1974:AB4190
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 november 1974
- Magistraten
Wiarda, Hollander, Ras, Van Der Linde, Koster
- Zaaknummer
[1974-11-08/NJ_55223]
- LJN
AB4190
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1974:AB4190, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑11‑1974
ECLI:NL:PHR:1974:AB4190, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑11‑1974
- Wetingang
Rv (oud) art. 59 aanhef onder 3°; Fw art. 135
Essentie
1. Motivering van arrest houdende bekrachtiging van vonnis van faillietverklaring.
2. Wat de omstandigheid dat de verzoeker tot cassatie borg staat voor schulden van de gefailleerde wel en niet medebrengt.
Samenvatting
1. Het is duidelijk dat het Hof zich heeft verenigd met het oordeel van de Rechtbank dat ‘summierlijk is gebleken van het vorderingsrecht van de schuldeiser q.q. alsmede dat er feiten en omstandigheden aanwezig zijn, die aantonen dat de schuldenaar verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen’. 's Hofs beslissing op dit punt behoefde geen nadere motivering dan door het Hof gegeven, nu de grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.