NJ 1974, 501
HR, 22-07-1974
HR 22-07-1974, ECLI:NL:PHR:1974:AB5630, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juli 1974
- Magistraten
Dubbink, Van Der Linde, Minkenhof, Van Dijk, Van Der Ven
- Zaaknummer
[1974-07-22/NJ_54915]
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB5630
- JCDI
JCDI:ADS63454:1
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1974:AB5630, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑07‑1974
ECLI:NL:PHR:1974:AB5630, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑07‑1974
- Wetingang
GW art. 4; UW art. 5; UW art. 23; UW art. 28; BUV art. 2
Essentie
Uitlevering aan Belgie op grond van een verstekvonnis. Geen beslissing omtrent verweer vereist. Geen strafbaar feit naar Nederlands recht. Verzoek dat niet in de vordering ex art. 23, lid 1, Uitleveringswet is betrokken.
Samenvatting
Art. 5, lid 3, Uitleveringswet regelt ingevolge art. 4 Grondwet een algemene voorwaarde op welke ten aanzien van de uitlevering van vreemdelingen verdragen met vreemde mogendheden kunnen worden gesloten, doch bevat niet een wettelijk voorschrift dat bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van de gevraagde uitlevering toepassing kan vinden. Het ten deze van toepassing zijnde Verdrag bevat de in art. 5, lid 3, van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.