NJ 1974, 400
HR, 28-06-1974
HR 28-06-1974, ECLI:NL:PHR:1974:AC5473, m.nt. G.J. Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 juni 1974
- Magistraten
Wiarda, Hollander, Van Der Linde, Minkenhof, Drion
- Zaaknummer
[1974-06-28/NJ_54814]
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AC5473
- JCDI
JCDI:ADS113992:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1974:AC5473, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑06‑1974
ECLI:NL:PHR:1974:AC5473, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑06‑1974
- Wetingang
BW art. 1401; Rv (oud) art. 59 aanhef onder 3°
Essentie
1. Onrechtmatige daad (profiteren van eens anders wanprestatie).
2. Aan onrechtmatige daad van K. aangepaste veroordeling van K. tot het goed maken van nadelen welke door C. als gevolg van die daad zouden kunnen worden geleden.
3. Geval waarin niet van ieder der met het oog op het betreffende belang te verbieden gedragingen behoeft te zijn gebleken dat degene, tegen wie de vordering (ex art. 1401 BW) is gericht, reeds het voornemen tot het plegen van die gedragingen had gevormd.
4. Onvoldoende weerlegging van beroep op garantie- en vrijwaringsbedingen.
Samenvatting
Inzake no. 10 688.
1. Het Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.