NJ 1975, 17
HR, 21-06-1974
HR 21-06-1974, ECLI:NL:PHR:1974:AC5464, m.nt. G.J. Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 juni 1974
- Magistraten
Wiarda, De Meijere, Hollander, Ras, Drion
- Zaaknummer
[1974-06-21/BR_71285]
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AC5464
- JCDI
JCDI:ADS113904:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1974:AC5464, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑06‑1974
ECLI:NL:PHR:1974:AC5464, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑1974
- Wetingang
BW art. 1405
Essentie
Vraag of eiseres tot cassatie als eigenaar van een fabriekshal ex art. 1405 BW aansprakelijk kan worden gesteld voor het door verweerder opgelopen letsel ten gevolge van het neerstorten van een kraanbalk die deel uitmaakte van een hangende loopkraan welke zich bewoog over aan de dakconstructie van de fabrieksruimte bevestigde balken.
Samenvatting
Door onder de omstandigheden beschreven in het arrest de neergestorte kraanbalk (door het naar beneden storten waarvan verweerder in cassatie letsel heeft opgelopen) voor de toepassing van art. 1405 te beschouwen als een onderdeel van het gebouw dat aan thans-eiseres in eigendom toebehoorde, heeft het Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.