NJ 1974, 264
HR, 08-03-1974
HR 08-03-1974, ECLI:NL:PHR:1974:AC0240, m.nt. W.F. Prins
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 maart 1974
- Magistraten
Wiarda, De Meijere, Hollander, Ras, Drion
- Zaaknummer
[1974-03-08/NJ_54678]
- Noot
W.F. Prins
- LJN
AC0240
- JCDI
JCDI:ADS113892:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1974:AC0240, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑03‑1974
ECLI:NL:PHR:1974:AC0240, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑1974
- Wetingang
Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 1; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 2; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 3; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 4; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 5; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 6; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 7; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 8; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 9; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 10; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 11; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 12; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 13; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 14; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 15; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 16; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 17; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 18; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 19; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 20; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 21; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 22; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 23; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 24; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 25; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 26; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 27; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 28; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 29; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 30; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 31; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 32; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 33; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 34; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 35; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 36; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 37; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 38; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 39; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 40; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 41; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 42; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 43; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 44; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 45; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 46; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 47; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 48; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 49; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 50; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 51; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 52; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 53; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 54; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 55; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 56; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 57; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 58; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 59; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 60; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 61; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 62; Arbeidsbemiddelingswet 1930 art. 63; BW art. 1401
Essentie
Moet de Staat zich onthouden van kosteloze arbeidsbemiddeling tussen zelfstandige artiesten en opdrachtgevers? Levert deze arbeidsbemiddeling door de Staat een daad van ontoelaatbare ‘concurrentie’ op jegens particuliere ondernemingen?
Samenvatting
Geen rechtsregel verbiedt de Staat in het algemeen, door middel van zijn organen diensten te verlenen die niet vallen binnen de wettelijke taakomschrijving van die organen, ook als deze zich als overheidsorgaan aan het publiek presenteren en als zij met die dienstverlening aan het vrije rechtsverkeer deelnemen. Het Hof heeft dan ook terecht overwogen ‘dat, ook als aangenomen moet worden dat aan het Rijksarbeidsbureau en de daaronder ressorterende Gewestelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.