NJ 1974, 91
HR, 09-11-1973: Limmen/Houtkoop
HR 09-11-1973, ECLI:NL:PHR:1973:AC1078, m.nt. W.F. Prins (Limmen/Houtkoop)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 november 1973
- Magistraten
Wiarda, De Meijere, Hollander, Ras, Van Der Linde
- Zaaknummer
[1973-11-09/NJ_54505]
- Conclusie
A-G van Oosten
- Noot
W.F. Prins
- LJN
AC1078
- Roepnaam
Limmen/Houtkoop
- JCDI
JCDI:ADS113880:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1973:AC1078, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑11‑1973
ECLI:NL:PHR:1973:AC1078, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑1973
- Wetingang
RO art. 2; BW art. 1401; Rv (oud) art. 289
Essentie
Vordering van gemeente tot verkrijging van een verbod in kort geding op grond van dreigende overtreding van voorschriften betreffende bestemmingsplan. Burgerlijke rechter bevoegd? Vordering in kort geding toewijsbaar?
Samenvatting
Stellende dat verweerder een perceel, hetwelk volgens het bestemmingsplan een bestemming heeft ten dienste van landbouw en veehouderij, in strijd met die bestemming dreigt te gebruiken, vordert de gemeente in het onderhavige kort geding een verbod van zulk gebruik. De President heeft deze vordering toegewezen. In hoger beroep verklaarde het Hof de President en zichzelf onbevoegd van de vordering kennis te nemen.
HR: De bevoegdheid van de rechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.