NJ 1973, 45
HR, 03-11-1972
HR 03-11-1972, ECLI:NL:PHR:1972:AB3659
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 november 1972
- Magistraten
Wiarda, De Meijere, Ras, Minkenhof, Drion
- Zaaknummer
[1972-11-03/NJ_53935]
- LJN
AB3659
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1972:AB3659, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑11‑1972
ECLI:NL:PHR:1972:AB3659, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑11‑1972
- Wetingang
Rv (oud) art. 154
Essentie
Vraag of de exceptie van onbevoegdheid moet worden voorgesteld bij aparte conclusie.
Samenvatting
De bewoordingen van het tweede lid van art. 154 Rv. dwingen niet tot de opvatting van het Hof dat de exceptie van onbevoegdheid moet worden voorgesteld in een aparte conclusie. De gedaagde die de exceptie opwerpt kan er belang bij hebben spoedshalve ook reeds te doen blijken van zijn standpunt in het materiele geschil. Het is doelmatig de mogelijkheid daartoe open te houden, hetgeen betekent dat de gedaagde zulks moet kunnen doen zonder dat dit tot gevolg heeft dat aan de exceptie moet worden voorbijgegaan omdat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.