NJ 1973, 37
HR, 03-11-1972
HR 03-11-1972, ECLI:NL:PHR:1972:AB6776, m.nt. G.J. Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 november 1972
- Magistraten
Wiarda, De Meijere, Ras, Minkenhof, Drion
- Zaaknummer
[1972-11-03/NJ_53927]
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AB6776
- JCDI
JCDI:ADS156892:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1972:AB6776, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑11‑1972
ECLI:NL:PHR:1972:AB6776, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑11‑1972
- Wetingang
BW art. 1358
Essentie
Dwaling omtrent toekomstverwachting?
Samenvatting
In het licht van de door eiser gestelde, niet weersproken, feiten, op grond waarvan hij nietigverklaring van de door hem met de verweerster gesloten arbeidsovereenkomst vordert wegens dwaling, is het niet duidelijk op grond waarvan de Rechtbank heeft geoordeeld dat de dwaling in welke eiser stelt te hebben verkeerd, niet is een dwaling omtrent de zelfstandigheid der zaak. Zo de Rechtbank mocht hebben bedoeld dat hier niet van dwaling in de zin van art. 1358 BW kan worden gesproken omdat eiser het salaris waarom het hier ging pas in de toekomst zou ontvangen, zou dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.