NJ 1973, 58
HR, 16-06-1972
HR 16-06-1972, ECLI:NL:PHR:1972:AC5232, m.nt. K. Wiersma
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 juni 1972
- Magistraten
Wiarda, Dubbink, De Meijere, Ras, Drion
- Zaaknummer
[1972-06-16/NJ_53948]
- Noot
K. Wiersma
- LJN
AC5232
- JCDI
JCDI:ADS156882:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Erfrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1972:AC5232, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑06‑1972
ECLI:NL:PHR:1972:AC5232, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑06‑1972
- Wetingang
BW art. 1137
Essentie
Inbreng
Samenvatting
Het voorschrift dat de in art. 1132 onder 1 genoemde erfgenamen, behoudens vrijstelling van de zijde van de erflater, verplicht tot inbreng van schenkingen welke zij van hun erflater hebben genoten, berust op de overweging dat naar het oordeel van de wetgever in het algemeen een gelijke behandeling van de afstammelingen van erflater redelijk is, en dat moet worden uitgegaan van de veronderstelling dat een erflater die niet uitdrukkelijk heeft blijk gegeven een of meer van hen boven de anderen te willen bevoordelen, overeenkomstig dit door de wetgever redelijk geachte beginsel heeft willen handelen. Met het oog ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.