NJ 1972, 338
HR, 03-12-1971: Hotel Jan Luyken
HR 03-12-1971, ECLI:NL:PHR:1971:AB6790, m.nt. E.A.A. Luijten (Hotel Jan Luyken)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 december 1971
- Magistraten
Wiarda, De Meijere, Ras, Minkenhof, Drion
- Zaaknummer
[1971-12-03/NJ_53710]
- Noot
E.A.A. Luijten
- LJN
AB6790
- Roepnaam
Hotel Jan Luyken
- JCDI
JCDI:ADS156825:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Goederenrecht / Gemeenschap
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Personen- en familierecht / Personenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1971:AB6790, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑12‑1971
ECLI:NL:PHR:1971:AB6790, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑1971
- Wetingang
Rv (oud) art. 771; BW art. 1:7; BW art. 1:8; BW art. 1:9; BW art. 1:10; BW art. 1:11; BW art. 1:12; BW art. 1:13; BW art. 1:14; BW art. 1:15; BW art. 1:16; BW art. 1:17; BW art. 1:18; BW art. 1:19; BW art. 1:20; BW art. 1:21; BW art. 1:22; BW art. 1:23; BW art. 1:24; BW art. 1:25; BW art. 1:26; BW art. 1:27; BW art. 1:28; BW art. 1:29; BW art. 1:30; BW art. 1:31; BW art. 1:32; BW art. 1:33; BW art. 1:34; BW art. 1:35; BW art. 1:36; BW art. 1:37; BW art. 1:38; BW art. 1:39; BW art. 1:40; BW art. 1:41; BW art. 1:42; BW art. 1:43; BW art. 1:44; BW art. 1:45; BW art. 1:46; BW art. 1:47; BW art. 1:48; BW art. 1:49; BW art. 1:50; BW art. 1:51; BW art. 1:52; BW art. 1:53; BW art. 1:54; BW art. 1:55; BW art. 1:56; BW art. 1:57; BW art. 1:58; BW art. 1:59; BW art. 1:60; BW art. 1:61; BW art. 1:62; BW art. 1:63; BW art. 1:64; BW art. 1:65; BW art. 1:66; BW art. 1:67; BW art. 1:68; BW art. 1:69; BW art. 1:70; BW art. 1:71; BW art. 1:72; BW art. 1:73; BW art. 1:74; BW art. 1:75; BW art. 1:76; BW art. 1:77; BW art. 1:78; BW art. 1:79; BW art. 1:80; BW art. 1:81; BW art. 1:82; BW art. 1:83; BW art. 1:84; BW art. 1:85; BW art. 1:86; BW art. 1:87; BW art. 1:88; BW art. 1:89; BW art. 1:90; BW art. 1:91; BW art. 1:92; BW art. 1:93; BW art. 1:94; BW art. 1:95; BW art. 1:96; BW art. 1:97; BW art. 1:98
Essentie
Is de echtgenoot, die bestuur en beheer heeft gevoerd over de tot de huwelijksgemeenschap behorende goederen, dienaangaande jegens de andere echtgenoot rekenplichtig?
Samenvatting
De verplichting tot het doen van rekening en verantwoording, waarop boek III, titel 5, Rv. betrekking heeft, onderstelt een rechtsverhouding tussen partijen krachtens welke de een jegens de ander verplicht is zich omtrent de behoorlijkheid van enig vermogensrechtelijk beleid te rechtvaardigen. Zodanige verplichting bestaat niet tussen in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten. Dezen zijn sedert 1 januari 1957, zolang de gemeenschap bestaat, in het algemeen jegens elkander verplicht de nodige inlichtingen te geven omtrent de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.