NJ 1972, 63
HR, 25-11-1971
HR 25-11-1971, ECLI:NL:PHR:1971:AB5987
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 november 1971
- Magistraten
Wiarda, De Meijere, Ras, Minkenhof, Drion
- Zaaknummer
[1971-11-25/NJ_53435]
- LJN
AB5987
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1971:AB5987, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑11‑1971
ECLI:NL:PHR:1971:AB5987, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑1971
- Wetingang
Rv (oud) art. 876
Essentie
Voorlopig getuigenverhoor.
Samenvatting
Het verzoek om tijdens een aanhangig geding in een voorlopig getuigenverhoor een getuige te doen horen is blijkens art. 876, laatste zin, Rv. slechts voor inwilliging vatbaar, indien gevaar bestaat dat anders het bewijsmiddel verloren zou gaan. De vraag of laatstbedoeld geval zich voordoet staat uitsluitend ter beoordeling van de rechter die over het verzoek heeft te beslissen, terwijl uit geen rechtsregel volgt dat, indien het verzoek wordt ingewilligd, het de met het verhoor belaste rechter-commissaris zou vrijstaan opnieuw te beoordelen of gevaar voor verloren gaan van het bewijsmiddel bestaat.
Voorgaande uitspraak
VERZOEKSCHRIFT
Aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.