NJ 1972, 62
HR, 19-11-1971
HR 19-11-1971, ECLI:NL:HR:1971:AB5328
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 november 1971
- Magistraten
Wiarda, Peters, Ras, Minkenhof, Drion
- Zaaknummer
[1971-11-19/NJ_53434]
- LJN
AB5328
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1971:AB5328, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑11‑1971
- Wetingang
Rv (oud) art. 134
Essentie
Ongeoorloofde aanvulling van de gronden van de eis?
Samenvatting
Onder verandering van de eis als bedoeld in art. 134 Rv. is ook begrepen verandering van de grondslag van het gevorderde.
De eiser is tot zodanige verandering in elke stand van het geding bevoegd tenzij de wederpartij zich daartegen bij akte ter rolle verzet en de rechter het verzet gegrond verklaart. Waar zodanig verzet in dit geding achterwege is gebleven, faalt het middel, hetwelk klaagt dat aanvulling van de gronden van de eis met een nieuwe stelling bij akte ter rolle bij het bepleiten der zaak ongeoorloofd moet worden geacht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.