NJ 1971, 398
HR, 25-06-1971
HR 25-06-1971, ECLI:NL:PHR:1971:AC5132, m.nt. G.J. Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 juni 1971
- Magistraten
Dubbink, De Meijere, Ras, Minkenhof, Drion
- Zaaknummer
[1971-06-25/NJ_53272]
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AC5132
- JCDI
JCDI:ADS142739:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1971:AC5132, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑06‑1971
ECLI:NL:PHR:1971:AC5132, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑06‑1971
- Wetingang
BW art. 1302
Essentie
Wanprestatie in de uitvoering van een wederkerige overeenkomst van zo geringe betekenis, dat ontbondenverklaring niet is gerechtvaardigd?
Samenvatting
Niet-nakoming door een partij van een verplichting die zij bij een wederkerige overeenkomst op zich heeft genomen, is in het algemeen voldoende voor toewijzing van een vordering tot ontbonden verklaring van de overeenkomst. Bij uitzondering kan zich wel het geval voordoen dat de wanprestatie van zo geringe betekenis is. dat de rechter daarin aanleiding kan vinden de vordering tot ontbondenverklaring af te wijzen. Dit brengt echter niet mee dat de rechter, als hij de vordering toewijst en daarmee te kennen geeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.