NJ 1971, 346
HR, 28-05-1971
HR 28-05-1971, ECLI:NL:PHR:1971:AB6234
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 mei 1971
- Magistraten
Dubbink, De Meijere, Peters, Minkenhof, Drion
- Zaaknummer
[1971-05-28/NJ_53220]
- LJN
AB6234
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1971:AB6234, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑05‑1971
ECLI:NL:PHR:1971:AB6234, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑1971
- Wetingang
Rv (oud) art. 771
Essentie
Nalatigheid in het doen van rekening in de zin van art. 771 Rv.
Samenvatting
Aan partijen, wier contractuele verhouding medebrengt dat de een jegens de ander rekenplichtig is, staat het vrij overeen te komen, dat op een bepaalde wijze rekening en verantwoording zal worden afgelegd met het gevolg dat de partij die deze verplichting nakomt niet ‘nalatig is in het doen van rekening’in de zin van art. 771 Rv. en daartoe dan ook niet op de wijze voorzien in de artt. 771 e.v. kan worden genoodzaakt.
Voorgaande uitspraak
W.N.C. de Haas, te Bergen op Zoom, en A.B. de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.