NJ 1971, 56
HR, 13-11-1970
HR 13-11-1970, ECLI:NL:PHR:1970:AC3247
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 november 1970
- Magistraten
De Jong, Dubbink, De Meijere, Ras, Minkenhof
- Zaaknummer
[1970-11-13/NJ_52930]
- LJN
AC3247
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1970:AC3247, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑11‑1970
ECLI:NL:PHR:1970:AC3247, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑11‑1970
- Wetingang
BW art. 280; BW art. 470
Essentie
Toewijsbaarheid van incidentele vordering van de vrouw, die een geding tot echtscheiding heeft aangelegd, om de man te veroordelen tijdens het geding voor haar levensonderhoud maandelijks een som gelds te betalen.
Grond waarop de rechter aan de vrouw haar vordering tot levensonderhoud na de ontbinding van het huwelijk mocht ontzeggen.
Samenvatting
Vaststellingen op grond waarvan de rechter zonder schending van enige rechtsregel heeft kunnen oordelen, dat de vrouw aan een uitkering van de man tijdens het geding geen behoefte had en dat haar vordering deswege diende te worden ontzegd.
De rechter, die blijkens art. 280 (oud) BW ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.