Hof Amsterdam, 19-10-2006
ECLI:NL:GHAMS:2006:AZ6080
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
19-10-2006
- Zaaknummer
[2006-10-19/BIE_1011994]
- LJN
AZ6080
- Roepnaam
Quikprint
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2006:AZ6080, Uitspraak, Hof Amsterdam, 19‑10‑2006; (Hoger beroep)
- Wetingang
- Vindplaatsen
BIE 2007, 116
Uitspraak 19‑10‑2006
Inhoudsindicatie
Gebruik van aanduiding ‘quickprint’ als domeinnaam in strijd met handelsnaamrechten. Domeinnaam is in beginsel niet meer of anders dan een adres. Echter ‘gekleurd’ tot handelsnaam door gebruik op website niet alleen als domeinnaam, maar ook als handelsnaam.
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
VIJFDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijheid
INDUSTRIËLE HANDELSONDERNEMING QUICKPRINT B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
APPELLANTE,
procureur: mr. R.V.H. Jonker,
t e g e n
[X], handelende onder de naam DRUKKERIJ DE LETTER,
wonende te [W],
GEÏNTIMEERDE,
procureur: mr. P.P.C. den Bleker.
1. Het geding in hoger beroep
De partijen worden hierna aangeduid als – respectievelijk – Quickprint B.V. en [x].
Bij dagvaarding van 5 oktober 2005 is Quickprint B.V. bij dit hof in hoger beroep gekomen van het vonnis van 6 juli 2005, gewezen door de rechtbank te Alkmaar onder zaak- en rolnummer 78568/HA ZA 05-128 tussen haar als eiseres en [x] als gedaagde.
Bij memorie heeft Quickprint B.V. acht grieven tegen het bestreden vonnis aangevoerd, bewijsstukken in het geding gebracht, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof bij arrest uitvoerbaar bij voorraad haar vorderingen alsnog toewijst met veroordeling van [x] in de proceskosten van beide instanties.
Bij memorie heeft [x] geantwoord en geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis, bij arrest uitvoerbaar bij voorraad en zonodig met verbetering van gronden, zal bekrachtigen, met veroordeling van Quickprint B.V. in de proceskosten van het hoger beroep.
Ten slotte hebben partijen arrest gevraagd.
2. De grieven
Voor de inhoud van de grieven verwijst het hof naar de memorie van Quickprint B.V.
3. De feiten
De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2 a t/m d een aantal feiten als in deze zaak vaststaand aangemerkt. Daaromtrent bestaat geen geschil zodat ook het hof van die feiten zal uitgaan.
4. De beoordeling in hoger beroep
4.1 Het gaat in deze zaak om het volgende.
4.2 Quickprint B.V. oefent een drukkerijbedrijf uit. Dit bedrijf werd sedert 1967 als eenmanszaak onder de naam Quickprint Industriële Handelsonderneming uitgeoefend. De onderneming is vanaf 1988 door Quickprint B.V. voortgezet onder de iets aangepaste handelsnaam Industriële Handelsonderneming Quickprint. Zij houdt zich bezig met onder meer het vervaardigen van druk- en offset-werk en met de handel in reclametechnische materialen. Zij gebruikt daarnaast sedert een aantal jaren, in ieder geval sedert 1986, ook wel de verkorte handelsnamen “Drukkerij Quickprint” en “Quickprint”.
4.3 [X] oefent sedert 1988 een drukkerijbedrijf uit onder de naam Drukkerij De Letter met als bedrijfsomschrijving het verzorgen van handelsdrukwerk, familiedrukwerk, reclamedrukwerk, digitaal printwerk en belettering.
4.4 Op 28 november 1998 heeft [x] de domeinnaam www.quickprint.nl doen registreren. Sedert mei/juni 2004 gebruikt [x] deze site om zijn drukkerijactiviteiten en producten via het internet te propageren. Quickprint B.V. heeft op 25 maart 2004 de domeinnaam www.drukkerijquickprint.nl laten registreren en prijst daarmee eveneens op het internet haar bedrijfsactiteiten aan.
4.5 Quickprint B.V. stelt dat het gebruik door [x] van de domeinnaam www.quickprint.nl inbreuk maakt op haar handelsnaamrechten en overigens jegens haar onrechtmatig is. Zij heeft gevorderd, kort gezegd, dat [x] zijn inbreukmakend gedrag beëindigt.
4.6 De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen overwegende, kort samengevat en voor zover thans van belang, dat geen sprake is van inbreuk op de handelsnaamrechten van Quickprint, omdat het bestanddeel “quickprint” in de loop der jaren in belangrijke mate aan onderscheidende kracht heeft ingeboet en in feite thans als beschrijvend moet worden aangemerkt, waardoor geen gevaar voor verwarring bij het publiek is te duchten. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat een domeinnaam slechts moet worden aangemerkt als adres, respectievelijk vindplaats op internet, waarbij de eerste inschrijver vóór een latere gaat tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, waarvan in dit geval niet is gebleken.
4.6 De grieven I t/m III lenen zich voor gezamenlijke behandeling en keren zich tegen het oordeel van de rechtbank dat de domeinnaam wwww.quickprint.nl geen inbreuk maakt op de (verkorte) handelsnamen Industriële Handelsonderneming Quickprint, Drukkerij Quickprint en Quickprint.
4.7 Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat de aanduiding “quickprint”, als (deel van een) handelsnaam weliswaar zekere beschrijvende kwaliteiten heeft met betrekking tot onder die naam uitgevoerde drukkerijactiviteiten en dus als zwak onderscheidend moet worden aangemerkt en daarom een beperkte bescherming geniet maar dat dit niet meebrengt dat die aanduiding iedere onderscheidende kracht als handelsnaam(bestanddeel) ontbeert. In de door Quickprint B.V. gebruikte handelsnamen is het bestanddeel “quickprint” het kenmerkende bestanddeel en het is juist dát bestanddeel dat ook [x], naar hij heeft erkend (conclusie van antwoord 4.7 en 4.8, memorie van antwoord 3.5) en zoals ook uit zijn gebruik op de website blijkt, als (tweede) handelsnaam gebruikt voor (een onderdeel van) zijn drukkerijactiviteiten, naast de handelsnaam Drukkerij de Letter (vgl: website [x] www.quickprint.nl: “Quickprint is onderdeel van drukkerij De Letter; productie 6 dagvaarding: “Wij ontvangen U graag als klant van Quickprint”; produktie 1 conclusie van antwoord: “Medio April 2005 verhuist de drukkerij en dus ook Quickprint naar een nieuw onderkomen”). Bij een dergelijk gebruik door [x] voor activiteiten in dezelfde branche als Quickprint moet rekening gehouden worden met het gevaar dat het publiek beide ondernemingen zal verwarren.
Aan het verweer van [x] dat Quickprint B.V. de naam Quickprint niet als handelsnaam maar als merk zou gebruiken gaat het hof voorbij. Uit de door Quickprint in eerste instantie overgelegde bewijsstukken blijkt genoegzaam het daadwerkelijk gebruik in ieder geval ook als aanduiding van het bedrijf van Quickprint B.V. en derhalve als handelsnaam.
4.8 Het oordeel dat het gebruik door [x] van de handelsnaam Quickprint verwarringwekkend is wordt niet anders doordat nog enkele andere drukkerijondernemingen gebruik maken van de aanduiding “quickprint” als onderdeel van hun handelsnaam, omdat dát gebruik steeds geschiedt tezamen met een duidelijk afwijkende andere naam of aanduiding, zodat daarom geen verwarring bij het publiek zal ontstaan. Die verwarring bij het publiek is naar het oordeel van het hof wél te duchten bij [x’] gebruik van de handelsnaam “quickprint” zonder meer. Nu beide partijen zich in ieder geval via internet richten op klanten in het gehele Nederlandse taalgebied wordt het verwarringsgevaar ook niet verminderd door het feit dat partijen in verschillende plaatsen zijn gevestigd. Het verweer dat partijen zich niet op dezelfde markt zouden begeven en dat daarom geen verwarringsgevaar tussen de beide ondernemingen bestaat is door [x] niet met enig concreet gegeven onderbouwd, zodat het hof daaraan voorbijgaat. De conclusie is dat naar ’s hofs oordeel het gebruik door [x] van uitsluitend de aanduiding “quickprint” als (tweede) handelsnaam inbreuk maakt op de handelsnaamrechten van Quickprint B.V. zodat de grieven I t/m III terecht zijn aangevoerd.
4.9 Grief IV is gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat het gebruik als domeinnaam slechts moet worden aangemerkt als een adres, respectievelijk vindplaats op internet, zonder dat rekening is gehouden met het daadwerkelijk gebruik -naar het hof begrijpt: in ieder geval op de bij die domeinnaam behorende website- als handelsnaam van die domeinnaam.
4.10 Met de rechtbank is het hof van oordeel dat in beginsel een domeinnaam niet meer of anders is dan een adres van de domeinnaamhouder. Echter, zoals hiervoor onder 4.7 reeds is overwogen, gebruikt [x] de aanduiding “quickprint” op zijn website niet alleen als domeinnaam, maar ook als handelsnaam voor een deel van zijn bedrijfsactiviteiten. Daarmee “kleurt” hij die domeinnaam tot handelsnaam. Deze is zozeer met het gebruik van Quickprint als handelsnaam verweven dat het gebruik van die domeinnaam moet worden aangemerkt als handelsnaamgebruik, waardoor [x] dus evenzeer handelt in strijd met de handelsnaamrechten van Quickprint B.V. Ook de vierde grief slaagt dus.
4.11 Gezien het hiervoor overwogene heeft Quickprint B.V. geen belang bij bespreking van de overige grieven.
5. Slotsom
5.1 Nu de eerste vier grieven slagen kan het vonnis niet in stand blijven en zal het worden vernietigd. Uit de eerste instantie zijn geen verweren overgebleven die aan toewijzing van het gevorderde in de weg kunnen staan. De vorderingen van Quickprint B.V. zullen worden toegewezen op de wijze zoals het hof hierna zal bespreken, met uitzondering van de buitengerechtelijke kosten, aangezien niet is gebleken dat die kosten andere betreffen dan die gemaakt voor de gebruikelijke instructie van de zaak, welke zijn inbegrepen in de proceskosten.
5.2 De vordering onder 1 van het petitum zal slechts worden toegewezen ten aanzien van het gebruik door [x] van de (handels)naam Quickprint. Voor een verderstrekkend verbod bestaat onvoldoende grond. De vorderingen onder 3 en 4 van het petitum tot overdracht en wijziging van de tenaamstelling van de domeinnaamregistratie verstaat het hof aldus dat [x] dient te worden veroordeeld om op zijn kosten mee te werken aan de tenaamstelling van de domeinnaam www.quickprint.nl op naam van Quickprint B.V. Aldus zal worden beslist.
5.3 Van Galen zal als meest in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van de eerste aanleg en het hoger beroep.
6.Beslissing
Het hof:
1. vernietigt het bestreden vonnis;
opnieuw rechtdoende:
2. veroordeelt [x] om zich te onthouden van het inbreuk maken op de rechten van Quickprint B.V. op de handelsnaam en het handelsnaambestanddeel “Quickprint”, door het gebruik van de handelsnaam “quickprint” voor (enig onderdeel van) zijn onderneming dan wel van zijn bedrijfsactiviteiten;
3. veroordeelt [x] om zijn gebruik van de domeinnaam www.quickprint.nl te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden;
4. veroordeelt [x] om de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) te verzoeken de tenaamstelling van zijn domeinnaam www.quickprint.nl te wijzigen in een tenaamstelling op naam van Quickprint B.V.;
5. veroordeelt [x] om de correspondentie met SIDN in afschrift aan de advocaat van Quickprint B.V. af te geven;
6. veroordeelt [x] tot betaling van een dwangsom van € 100,- (eenhonderd euro) per dag of gedeelte van een dag dat hij vanaf de vijftiende dag na betekening dit arrest niet voldoet aan de onder punt 2, 3, 4 en 5 gegeven veroordelingen dan wel enig onderdeel daarvan;
7. veroordeelt [x] in de proceskosten van beide instanties en begroot die kosten, voorzover tot op heden aan de zijde van Quickprint B.V. gevallen, in eerste aanleg op € 315,93 aan verschotten en op € 904,00 aan salaris procureur en in hoger beroep op € 362,93 aan verschotten en op € 894,00 aan salaris procureur;
8. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
9. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. G.B.C.M. van der Reep, S.F. Schütz en E.A. Mout-Bouwman en in het openbaar uitgesproken op 19 oktober 2006 door de rolraadsheer.