Prg. 2006, 139
Anders dan de Haarlemse kantonrechter in kort geding oordeelt het hof dat niet uitgesloten kan worden dat de door appellant, een bloemenverkoper, gehuurde vloeroppervlakte van 12 ㎡, die onafgescheiden ligt in de overdekte ruimte buiten de winkels in een winkelcentrum, door de bodemrechter zal worden aangemerkt als art. 7:290 BW-bedrijfsruimte.
Hof Amsterdam 16-03-2006, ECLI:NL:GHAMS:2006:AX6761 (Bloemenstand in winkelcentrum)
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
16 maart 2006
- Magistraten
Mrs. P. Ingelse, N. Van Lingen, E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell
- Zaaknummer
1414/05SKG
- LJN
AX6761
- Roepnaam
Bloemenstand in winkelcentrum
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2006:AX6761, Uitspraak, Hof Amsterdam, 16‑03‑2006
- Wetingang
BW art. 7:290
Essentie
Huurrecht. Dient de door een bloemenverkoper gehuurde vloeroppervlakte van 12 ㎡, die onafgescheiden ligt in de overdekte ruimte buiten de winkels van een winkelcentrum, te worden aangemerkt als 290- of als 230a-bedrijfsruimte?
Waarschijnlijk als bedrijfsruimte in de zin van art. 7:290 BW.
Samenvatting
Nadat de kantonrechter in kort geding heeft geoordeeld dat de door de bloemenverkoper gehuurde vloeroppervlakte van 12 ㎡, die onafgescheiden ligt in de overdekte ruimte buiten de winkels van het winkelcentrum, geen gebouwde onroerende zaak is als bedoeld in zowel art. 7:290 BW als art. 7:230a BW, gaat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.