RFR 2006, 49
Gezag en omgang. Kan de rechter ambtshalve het eenhoofdig gezag opleggen?
Hof Amsterdam 02-03-2006, ECLI:NL:GHAMS:2006:BC8864
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
2 maart 2006
- Magistraten
Mrs. M.M.A. Gerritzen-Gunst, M. Wigleven, F.A.A. Duynstee
- Zaaknummer
1542/05
- LJN
BC8864
- JCDI
JCDI:ADS125402:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2006:BC8864, Uitspraak, Hof Amsterdam, 02‑03‑2006
- Wetingang
BW art. 1:251; BW art. 1:251a; BW art. 1:266; BW art. 1:269
Essentie
Kan de rechter ambtshalve het eenhoofdig gezag opleggen?
Samenvatting
Uit het huwelijk van de man en de vrouw is een kind geboren. Na de echtscheiding was het hoofdverblijf van het kind bij de moeder. De man en de vrouw hadden tezamen het ouderlijk gezag. Het kind is onder toezicht gesteld. Eind 2004 heeft de man het kind zonder overleg met de vrouw meegenomen naar Spanje. Begin 2005 kan de vrouw het kind weer ophalen. Hierop heeft de Raad voor de Kinderbescherming de rechtbank verzocht de man primair te ontheffen en subsidiair te ontzetten uit het gezag. De rechtbank heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.