NJ 2005, 398
I.c. vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd. Verwijzing voor nieuwe behandeling.
Hof Amsterdam 27-05-2005, ECLI:NL:GHAMS:2005:AT8123
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
27 mei 2005
- Magistraten
Mrs. J.D.L. Nuis, D.J.C. Aben, P.A.M. Mevis
- Zaaknummer
23-004043-04
- LJN
AT8123
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2005:AT8123, Uitspraak, Hof Amsterdam, 27‑05‑2005
- Wetingang
Essentie
I.c. vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd. Verwijzing voor nieuwe behandeling.
Uitspraak
(Post alia:)
Bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid van de rechter in de zin van art. 6, eerste lid, EVRM dient voorop te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een verdachte een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij de verdachte dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
Daarvan is naar het oordeel van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.