NJF 2005, 318
Verbintenissenrecht. Onverschuldigde betaling. Toerekenbaarheid tekortkoming. Appellante moest redelijkerwijs rekening houden met verplichting tot teruggave geld dat haar levensgezel frauduleus door zijn werkgever op haar girorekening heeft doen overboeken.
Hof Amsterdam 12-05-2005, ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3040
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
12 mei 2005
- Magistraten
Mrs. G.B.C.M. van der Reep, T. Hartlief, W.P. Scheltema
- Zaaknummer
1092/04
- LJN
AU3040
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3040, Uitspraak, Hof Amsterdam, 12‑05‑2005
- Wetingang
BW art. 6:204
Essentie
Verbintenissenrecht. Onverschuldigde betaling. Toerekenbaarheid tekortkoming. Appellante moest redelijkerwijs rekening houden met verplichting tot teruggave geld dat haar levensgezel frauduleus door zijn werkgever op haar girorekening heeft doen overboeken.
Samenvatting
Appellantes levensgezel heeft geld verduisterd van zijn werkgeefster UWV door o.m. ruim € 61 000 op hun gezamenlijke girorekening te doen overboeken. UWV vordert dit bedrag van appellante terug wegens onverschuldigde betaling. Volgens appellante is zij echter te goeder trouw. Het hof is van oordeel dat appellante daartoe niet kan volstaan met het verweer dat haar partner haar een voor haar geloofwaardige verklaring van een overboeking had gegeven en voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.